Jaco Benckhuijsen combineert zijn leven als muzikant in Amsterdam met schrijven over zijn avonturen aan de rafelranden van de wereld. In april 2019 kwam zijn boek ‘Man in het Wild’ uit, over solo zeekajaktochten in drie wilde gebieden langs de Grote Oceaan. Daarnaast brengt Jaco muziek uit waarin de verstilling en woeste schoonheid van de natuur centraal staat.
In een waterrijk veengebied, in de nabijheid van een torenhoge kastanjeboom en een pianospelende vader vond Jaco tijdens zijn jeugd al de dingen die zijn leven zouden bepalen: zwerven door het landschap, kanoën en muziek. En net als roemruchte soulzangers hun oorsprong in de kerk hadden, voedde zijn religieuze omgeving hem met Bach en een constante stroom woorden.
‘Toen ik rond mijn 15e door de mistige weilanden naar de middelbare school fietste dacht ik natuurlijk aan de meisjes, maar ik dacht, vreemd genoeg, ook aan booreilanden op zee en hoe bijzonder het zou zijn om daar te werken, in de geborgenheid van die stalen en zoute wereld.’ In eerste instantie was het toch de popmuziek die het meest trok, en na een studie jazzzpiano op het conservatorium wijdde al zijn energie aan muzikale projecten en muziektheater. Na een intensieve toernee op de Parade kwam het oude verlangen naar stilte en afzondering weer bij hem op en besloot Jaco om 10 dagen alleen door de Noorse bergen te zwerven. Het was een ervaring die hem steeds meer, en steeds verder de wilde en onbewoonde natuur in zou trekken. In eerste instantie nooderlijke gebieden, zoals IJsland en de sneeuwvlatkes van Groenland, maar later ook de jungle in Brazilië en de bergen van Ethiopië. Maar dit gebeurde nog alleen in de zomer; hij toerde door het jaar heen met Alex Roeka en werd docent op het Conservatorium van Amsterdam. De simpelheid van het fysieke bestaan, het uitdoven van al die stemmen in je hoofd, en de schoonheid van de natuur die je reisgezel wordt; steeds duidelijker werd dat deze solotochten iets waardevols opleverden: verhalen, levenslessen en een vertrouwen in fysieke behendigheid en mentale veerkracht.
Net toen hij begon na te denken over een tocht door de woestijn, viel Jaco’s oog op de grootste van alle vlaktes: de zee. En hij ontdekte de vouwkajak, een minieme, maar zeewaardige boot waarin je voor een paar weken eten, kleren en tent kunt meenemen. Zo kwam hij op het plan om vergeten of onbewoonde kustgebieden te bezoeken aan de randen van de wereld, via een simpel recept: je laadt je boot vol met alles (op drinkwater na) wat je nodig hebt om 3 weken te overleven in de wildernis, verbreekt op een noodzendertje na alle contact met de bewoonde wereld en vaart je route langs de grillige kust, of van eiland en eiland, en neemt de wereld zoals-ie zich aan je aandient. Zo peddelde hij in 3 weken langs de Aleoeten naar de 23 inwoners van Nikolski op de Aleoeten en trok langs de eilanden bij Kaap Hoorn. In Papoea-Nieuw-Guinea voer hij van eiland naar eiland, om bij de bewoners te overnachten in hun hutten van gras. Om die rijkdom aan indrukken en avonturen vast te houden begon Jaco te schrijven, wat hem uiteindelijk een boekcontract bij Uitgeverij De Geus opleverde.
Sindsdien draaien zijn schrijven en muziek om de wildernis. ‘Man in het Wild’ beschrijft drie solotochten langs de Grote Oceaan; en bij het boek maakte Jaco ook een muziekalbum (LP en streaming, die klinkt als een soundtrack voor de ervaringen langs eenzame kusten. Deze muziek wordt na de coronacrisis ook weer live gespeeld, samen met slagwerker Joost Lijbaart, met filmbeelden uit de rafelranden van de wereld.